Belastingdienst belastingkantoor
artikel

Wat is het verschil tussen Box 1, Box 2 en Box 3 in de Nederlandse belasting?

In Nederland kent het belastingstelsel drie verschillende boxen waarin inkomen wordt belast: Box 1, Box 2 en Box 3. Elk van deze boxen behandelt een ander soort inkomen en heeft zijn eigen regels en tarieven. In dit artikel leggen we de verschillen uit, zodat je beter begrijpt hoe je inkomsten worden belast en wat dat voor jou betekent.
5 min leestijd

De drie boxen van het Nederlandse belastingstelsel

Het Nederlandse inkomstenbelastingstelsel is opgedeeld in drie zogenaamde boxen: Box 1, Box 2 en Box 3. Elke box belicht een ander type inkomen of vermogen, met specifieke belastingtarieven en regels. Deze indeling zorgt voor een duidelijk onderscheid in de manier waarop verschillende inkomstenbronnen worden belast.

Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning

Box 1 omvat het belastbaar inkomen uit werk en woning. Hierbij gaat het om inkomsten uit loondienst, winst uit onderneming, en het eigenwoningforfait. Dit is doorgaans het meest uitgebreide deel van de belastingaangifte, waarin ook aftrekposten worden verwerkt zoals hypotheekrenteaftrek, studiekosten en zorgkosten.

Wat valt er precies onder Box 1?

Onder Box 1 vallen onder meer:

  • loon en salaris
  • winst uit onderneming
  • resultaat uit overige werkzaamheden
  • pensioen en uitkeringen
  • eigenwoningforfait
  • aftrekbare kosten zoals hypotheekrente

Deze inkomsten en uitgaven worden bij elkaar opgeteld om het belastbaar inkomen te bepalen waarop progressieve tarieven worden toegepast.

Box 2: inkomen uit aanmerkelijk belang

Box 2 betreft het inkomen uit aanmerkelijk belang. Dit betekent dat je een aanzienlijk belang hebt in een vennootschap, meestal wanneer je ten minste 5% van de aandelen bezit. De inkomsten uit zo'n belang, zoals dividend en vermogenswinsten bij verkoop, worden in Box 2 belast.

Kenmerken van Box 2

In Box 2 gelden vaste belastingtarieven. De inkomsten worden niet progressief belast zoals in Box 1, maar tegen een vast tarief. Dit tarief ligt meestal rond de 26,9%. Box 2 is vooral relevant voor aandeelhouders van bv's en andere besloten vennootschappen.

Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen

Box 3 richt zich op het vermogen uit sparen en beleggen. Hierbij wordt niet het daadwerkelijke rendement belast, maar een fictief rendement dat wordt berekend over het netto vermogen op 1 januari van het belastingjaar. Dit betreft spaargelden, aandelen, tweede huizen en andere vermogensbestanddelen.

Hoe werkt de vermogensrendementsheffing in Box 3?

Box 3 hanteert een forfaitair rendement dat varieert afhankelijk van de hoogte van het vermogen. Dit fictieve rendement wordt vervolgens belast tegen een vast tarief van 32%. Er geldt ook een heffingsvrij vermogen; alleen het vermogen boven deze grens wordt meegenomen in de berekening.

Belastingtarieven en heffingsvrij vermogen per box

De belastingtarieven verschillen per box:

  • Box 1: Progressief tarief van ongeveer 36% tot 49,5% (afhankelijk van inkomen)
  • Box 2: Vastrent tarief van 26,9%
  • Box 3: Vastrent tarief van 32% over het fictief rendement na aftrek van het heffingsvrij vermogen

Het heffingsvrij vermogen in Box 3 is in 2024 vastgesteld op €57.000 per persoon.

Waarom is het belangrijk om de verschillen te kennen?

Inzicht in de verschillen tussen Box 1, Box 2 en Box 3 helpt je om je financiën en belastingaangifte beter te organiseren. Dit maakt het mogelijk om bijvoorbeeld fiscaal voordelige keuzes te maken bij investeringen, het beheren van je vermogen en het structureren van je inkomen.

Praktische voorbeelden van belastingen in de drie boxen

Een voorbeeld ter illustratie:

  • Iemand die werkt in loondienst en een hypotheek heeft, betaalt belasting in Box 1 over het salaris en kan hypotheekrente aftrekken.
  • Een ondernemer met een eigen bv bezit 10% van de aandelen en krijgt dividend; dit wordt belast in Box 2.
  • Een persoon met spaargeld en beleggingen betaalt belasting in Box 3 over het fictieve rendement van zijn vermogen.

Conclusie

Het Nederlandse belastingstelsel maakt onderscheid tussen Box 1, Box 2 en Box 3 om verschillende soorten inkomsten en vermogens duidelijk te belasten. Box 1 richt zich op inkomen uit werk en woning met progressieve tarieven, Box 2 op inkomsten uit aanmerkelijk belang met een vast tarief, en Box 3 belast sparen en beleggen via een fictief rendement met een forfaitair tarief. Door de verschillen te kennen, kun je beter inspelen op je persoonlijke financiële situatie en belastingverplichtingen.

Leuk artikel?
Dit artikel is geschreven door:
Redactie Informatief.nl

Liefhebber en kenner van wetenschap, natuur en techniek. Van de maan tot de maanvis

Op al onze artikelen zijn auteursrechten van toepassing. Iets op te merken? Neem contact met ons op

Gerelateerde arikelen